Korte terugkoppeling LOVP 27 september 2021

4 oktober 2021

In het LOVP van 27 september jl. spraken de deelnemers over de in de Rijksbegroting opgenomen middelen voor Ondermijning en de bij de Algemene Beschouwingen besproken extra middelen voor Politie. Daarnaast is onder meer gesproken over de ontwikkelingen bij het MIT, bewaken en beveiligen en maatregelen tegen de knellende situatie bij de gebiedsgebonden politie (GGP).

Inspectierapport noodhulp

In een Kamerbrief bood de minister het inspectierapport over de noodhulp aan. De (regio)burgemeesters zien in het rapport een bevestiging van eerdere beelden. Wijkagenten worden noodgedwongen ingezet bij de noodhulp en bij afhandeling van incidenten. De politie is ook onevenredig veel tijd kwijt met de zorg voor personen met verward gedrag. Dit speelt al jaren, het tempo bij maatregelen om de politie hiervan te ontlasten moet omhoog. De minister is het daar roerend mee eens en benoemde een aantal lopende en reeds doorgevoerde maatregelen.

Begroting/ Prinsjesdag

  • Extra middelen en ombuigingen

De (regio)burgemeesters wijzen op het uitgebrachte statement ten aanzien van de middelen voor ondermijning. Het is goed dat de Kamer er middelen bij heeft gedaan om ook de uitvoerende organisatie te ondersteunen en het aantal agenten te verhogen. Het Position Paper beschrijft een claim voor 200 miljoen waaronder 1000 agenten voor basisteams en capaciteit bij het OM als keteneffect. De PG ondersteunt deze claim en wijst op het naar rato meenemen van het OM.

De korpschef reageert met de constatering dat de door het kabinet vrij gemaakte 400 miljoen breed in het domein is weggezet met maar een beperkt deel voor de politie. Het betreft ook gelabeld geld en dit draagt dus niet bij aan de oplossing van de huidige besparingsopdracht. Het is en blijft van belang om de basis op orde te brengen en om de verhouding tussen personeel en materieel (met name IV) beter in balans te hebben. Bovendien is het goed te realiseren dat het tijd kost om de bijkomende ambities te realiseren. Personeel moet immers worden geworven en opgeleid.

Naar aanleiding van eerdere berichtgeving over bezuinigingen bij de politie tonen de (regio)burgemeesters zich kritisch op de bedrijfsvoering. Ze werden onaangenaam verrast door de exploitatietekorten in de politiebegroting, die steeds verborgen leken te zijn door overschotten elders ten gevolge van personele krapte. Er zijn structurele problemen die opgelost moeten worden. De korpschef bevestigt het structurele tekort en geeft aan dat dit altijd al aan de orde was en ook is gemeld, maar door het op sterkte komen van het korps nu duidelijk tot uiting komt. De minister geeft aan dat het tekort voor 2021 wordt opgelost en dat voor de begroting 2022 oplossingen moeten worden gezocht en strakker zal moeten worden gestuurd. De minister benadrukt dat nieuw geld niet naar ‘oude’ problemen kan gaan. De minister benadrukt ten enenmale dat hij zich gezamenlijk met de (regio)burgemeesters wil inzetten bij de formatiegesprekken. 

Ondermijning / MIT

Er wordt een toelichting gegeven vanuit het MIT. De minister reageert op de onrust die met name in de media tot uiting kwam. Inhoudelijke bezwaren kunnen worden geadresseerd. Het MIT overlapt niet met de landelijke recherche. Het MIT zal een flankerende en eigenstandige rol invullen met diepteanalyses/fenomeenanalyses en een beperkt deel interventies.

De (regio)burgemeesters zijn van mening dat we opbouw en de samenwerking in het MIT samen moeten doen, dat wordt nog niet zo ervaren. De focus op preventie en financiële stromen is terecht. Er is geen discussie over het MIT; dat komt er gewoon. Maar er zijn nu eenmaal reële zorgen zoals het punt van governance. Lokaal bestuur moet een verhouding hebben tot het MIT. Als het inderdaad zo is dat het MIT al bezig is, waarom is er dan nu geen verbinding met de regionale aanpak in bijvoorbeeld de Rotterdamse haven? De aanpak van regio, de landelijke eenheden en het MIT moeten zijn vervlochten. Tweede zorg is het kannibaliseren van menskracht in de huidige aanpak. Dit is eerder benoemd, maar nu moeten we vaststellen dat ongewenste effecten wel optreden. De minister benoemt het eigenaarschap van het MIT dat bij JenV ligt en zal het voortouw nemen om een structuur in te richten waarbij het bestuur nauwer bij het MIT betrokken wordt. De komende weken wordt de governance uitgewerkt en daar worden (regio)burgemeesters (portefeuillehouders) bij betrokken. De PG geeft aan mee te willen doen in dat gesprek en wijst op de positie van de driehoeken.

Bewaken en beveiligen

De korpschef uit zijn forse zorgen op dit terrein. Er zijn flexteams in oprichting om de basisteams te ontlasten, maar de vraag neemt explosief toe en in een hoger geweldssegment. Extra geld gaat naar hoogste segment (DKDB) want daar is de nood het allerhoogste. Commissie Bos komt met de evaluatie van het stelsel in oktober. De conclusie is dat de BE voorlopig niet naar de basisteams terug zal komen.

De (regio)burgemeesters vinden het beeld dat is geschetst glashelder. De uitkomsten van de commissie Bos zullen aan de orde komen in het LOVP. De structurele gevolgen moeten in kaart worden gebracht. Er is begrip voor deze prioriteit maar er moeten ook vergaande beslissingen worden genomen om de inzet van politie in de wijken vol te houden. Er moet meer worden gekeken naar oplossingen buiten de inzet van meer personeel. De minister laat in een volgend LOVP met een strategische presentatie toelichten welke maatregelen er worden genomen, gecombineerd met het advies van Commissie Bos.

Strategisch organisatie- en personeelsplan

De korpsleiding geeft een stand van zaken van het strategisch organisatie- en personeelsplan van Politie om de kwaliteit die in de toekomst nodig is te kunnen organiseren. Begin volgend jaar kunnen de ontwikkelingen meer uitgebreid worden besproken. De (regio)burgemeesters zijn geïnteresseerd in de flexibilisering in de organisatie en het loopbaanbeleid dat wordt nagestreefd. En in de verschuiving van formatiesturing naar budgetsturing.

Plan van aanpak capaciteitsbevorderende maatregelen middellange termijn

De korpschef licht de drie uitgangspunten toe: het duurzaam aantrekkelijk maken van de GGP, het vergroten van de inzetbaarheid van het personeel, het bevorderen van zij-instroom uit andere domeinen en het beperken van doorstroom binnen de GGP. Keuzes worden decentraal besproken in de regionale driehoeken. Dit gebeurt net als bij het eerdere korte-termijnplan, met een centraal opgestelde menukaart (ontwikkeld met medewerkers uit de gehele organisatie), waarop in de eenheden maatregelen worden besproken en besloten. Met deze maatregelen is de problematiek niet verdwenen, maar ze zullen wel helpen de komende periode. De (regio)burgemeesters vragen voor het vervolg betrokkenheid bij het definiëren van de term kernsterkte en inzetbaarheid, mede met het oog op het toedelen van aspiranten.