‘We moeten voorkomen dat de aanwas van crimineel talent blijft groeien’

8 maart 2021

Afscheid van Peter Noordanus als voorzitter SBO

Na drie jaar zwaait Peter Noordanus af als voorzitter van het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO). Een onhandig tijdstip, al was het alleen maar om dat hij er nu niet op toe kan zien dat de adviezen van het SBO ook goed in het nieuwe regeerakkoord terechtkomen. Volgens Noordanus kan de bestrijding van ondermijnende criminaliteit niet zonder integrale aanpak en moeten repressie en preventie hand in hand gaan. Hij kijkt terug met een mengeling van trots en zorg.

“Drie jaar geleden zei ik dat we te lang hebben weggekeken. Maar inmiddels snapt iedereen dat we met de drugsindustrie echt een groot probleem hebben in Nederland”, zegt Peter Noordanus als we, aan het begin van het gesprek, terugkijken op zijn driejarig voorzitterschap van het SBO. In antwoord op de vraag waar hij trots op is, zegt hij: “Ik zit er met een dubbel gevoel in. Het besef van de problematiek is er nu breed. Dat heeft ook te maken met een aantal grove incidenten, zoals de moord op Derk Wiersum. Daarnaast zijn de drugsmarkten volop in beweging. De productie van crystal meth groeit hier snel, terwijl we ook eerste signalen zien dat de pharma drugs productie ons land heeft bereikt. Dan denk je soms: we zijn aan het dweilen met de kraan open. Maar, ik ben wel trots op het feit dat álle regio’s, met bestuurders en ambtenaren, bezig zijn met de aanpak van de drugsproblematiek. Ik denk dat er met de versterkingsplannen stappen - of misschien moet je zeggen: stapjes - zijn gezet. Ik ben echt onder de indruk van hoe een aantal regio’s dat aanpakken met een combinatie van repressie en preventie. Projecten als Straatwaarde(n) in Midden-Nederland, waarin handhaven en grenzen stellen gecombineerd wordt met kansen bieden, vind ik echt goed. Net als de wijze waarop in Arnhem de scholen worden betrokken bij het terugdringen van de aanwas van crimineel talent. Dat doe je met een combinatie van preventie en gezag, waarbij justitiële partijen integraal samenwerken met gemeentelijke functionarissen. Zo breng je stevigheid in de wijkaanpak.”

Kwetsbare wijk als criminele kansenzone

Trots voelt Noordanus eveneens voor wat hij ‘het uitvinderschap’ noemt waarmee projecten -in het kader van de wijkenaanpak- preventie en repressie hand in hand laten gaan. Noordanus: “We kennen in Nederland een sterke traditie met de gebiedsgerichte aanpak en zijn nadruk op het bieden van kansen. Nu zie je in kwetsbare wijken eigenlijk twee dingen gebeuren. Er wonen mensen met een opeenstapeling van problemen. We spreken dan van multi-problem huishoudens. Tegelijkertijd is die kwetsbare wijk ook een kansenzone voor de criminaliteit. Dat betekent dat je het concept van die gebiedsgerichte aanpak zoals die zich op dit moment onder leiding van BZK aan het ontwikkelen is, ook moet doordenken op die minder leuke kant van die wijkenaanpak. En daar zie ik voortgang en hoopvolle ontwikkelingen door heel Nederland. In Limburg gaat men die manier aan de gang. Arnhem en Midden-Nederland noemde ik al. En ook wat er op dat vlak in Amsterdam gebeurt, is hoopvol. Wat er nu straks in het regeerakkoord moet komen, is die aanpak van ‘Preventie met Gezag’: niet alleen maar kansen bieden, maar ook grenzen stellen, anders doe je het verkeerd.”

Open vraag

Voor de uittredend SBO-voorzitter is het complexe bestel waarin de bestrijding van de ondermijnende drugscriminaliteit gestalte krijgt met de oprichting van het MIT (Multidisciplinair Interventieteam) vooral ingewikkelder geworden. “Natuurlijk is de drugscriminaliteit een probleem dat niet alleen lokaal plaatsvindt. Als je succesvol wil zijn in de bestrijding daarvan, dan moet je je inspanningen nationaal en internationaal verstevigen. Maar het MIT is toch een typisch ingewikkeld Haags construct, met zes partijen die samen moet werken: politie, douane, Fiod, Koninklijke Marechaussee en ook nog de belastingdienst en als gezagsdrager het Openbaar Ministerie. De vraag is hoe dit verbonden wordt met wat al die andere partners in de regio’s al aan het doen zijn. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de aanpak van de maritieme smokkel in Brabant en Noord-Holland, of aan de plannen voor de Rotterdamse haven. De regionale aanpak in Zuid Nederland van grensoverschrijdende criminele samenwerking komt op stoom. Hoe gaat het MIT dergelijke aanpakken in de regio’s versterken? Dat is nog een volledig open vraag. Ik zie dat er richting de Tweede Kamer geruststellende Byzantijnse zinnen over worden geschreven. Concretiseer het nou eens, zeg ik dan, want ik zie nog geen begin van een antwoord.”

Nieuw regeerakkoord

Zijn vertrek als voorzitter van het SBO valt op een ongelukkig moment, vindt Noordanus. “Er ligt volgens mij met ‘Een Pact voor de Rechtstaat’, dat we in september jl. gepubliceerd hebben een goed voorstel voor de langjarige aanpak van de ondermijnende drugscriminaliteit. De bijbehorende 400 miljoen die structureel nodig is, is een bedrag dat er toe doet, maar ook weer niet overdreven groot. Het gaat er onder meer om dat de versterkingsplannen in regionaal verband nu eindelijk structureel bekostigd worden.” Om het voorstel te realiseren heeft hij in de diverse verkiezingsprogramma’s voldoende aanknopingspunten gevonden. “Maar daarmee staan ze nog niet in een nieuw regeerakkoord”, aldus Noordanus. “Het gaat er om de vertaalslag naar het nieuwe regeerakkoord te maken met een bijbehorend integraal budget.” “Want”, zo stelt hij,  “de neiging bestaat nu eenmaal om allemaal voor je eigen heilige huisje te gaan en vooral het eigen budget veilig te stellen. Mijn oproep is: hou die integraliteit vast.”

Niet waterdicht

Binnen de integrale aanpak kan er nog wel een aantal zaken beter geregeld worden, volgens Noordanus. Hij somt, in willekeurige volgorde, drie verbeterpunten op. “Preventie is essentieel, daarom moet je stevigheid aanbrengen in de wijkenaanpak. Daar hoort wijkrechtspraak bij in grote stedelijke gebieden. Daarmee stel je de rechtstatelijke norm vast van wat het betekent om fatsoenlijk samen te leven in wijken en buurten. We moeten doorbreken dat de bling-bling-crimineel de baas kan spelen in een wijk en de informele macht in handen heeft. Ten tweede is onze aanpak van witwassen vaak nog een papieren tijger, ofwel: onbetekenend. Het afpakken functioneert niet goed. Ten opzichte van wat er in de drugshandel verdiend wordt, pakken we een miniem bedrag af. Dat maakt het voor criminelen tot een verwaarloosbaar bedrijfsrisico. Hier moet echt wat gebeuren, want banken en andere poortwachters moeten er ook vertrouwen in hebben.” Als derde punt noemt hij de aanpak van de im- en export van drugs. “Ons logistieke systeem, met de (lucht)havens en pakketdiensten, is bepaald niet waterdicht. Pak die logistieke knooppunten aan met een integrale aanpak. We zijn daar voorzichtig mee begonnen en er liggen ambitieuze plannen voor. Bijvoorbeeld voor de haven van Rotterdam en voor de follow-up van het ondermijningsbeeld van Schiphol. Ook daar is de drugsproblematiek enorm. Hier kun je niet langer als (Rijks-)overheid om de hete brij heen draaien en zul je moeten investeren.”

Verbinden en inspireren

De verdere voortgang en ontwikkeling van het SBO is nog onderwerp van discussie, heeft Noordanus gemerkt. “De minister moet daarover een verstandig besluit nemen,” zegt hij nuchter. En over de opvolging van zijn eigen rol stelt hij: “Je hebt iemand nodig die boven de partijen kan staan en verbindende rol heeft en ervoor zorgt dat de partijen breder kijken dan hun eigen toko. In een rol als deze moet je je leiderschapspretenties behoorlijk onderdrukken. Enige oefening in bescheidenheid strekt tot aanbeveling”, adviseert hij, om er aan toe te voegen: “Dat laatste is overigens niet mijn beste karaktereigenschap. Uiteindelijk gaat het erom, ook als is dat in het Haagse niet altijd makkelijk, leiderschap te tonen dat verbindt en inspireert.”

Dit artikel maakt deel uit van een drieluik. Eerder verschenen:

'De aanpak van ondermijning moet volwassen worden in ons land’ (april 2019) en

‘De aanpak van ondermijning staat nog aan het begin’ (juni 2018)