Korte terugkoppeling LOVP 24 november 2025

1 december 2025

In het LOVP van 24 november jl. is gesproken over het paraatheidsprogramma ME, de stand van zaken ten aanzien van de organisatievisie politie en het thema digitale transformatie. Kort is ook stilgestaan bij de financiële opgave (doorlopend agendapunt), het Manifest lokaal gezag, het handhavingsplan jaarwisseling en het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de lokale opsporing.

Paraatheidsprogramma ME

Politie heeft een toelichting gegeven op de versterking van de paraatheidstructuur in een 5-fasen opschalingsmodel. Nieuw is de eerste fase, waarbij onder de noemer GGP-GO vanuit de basisteams georganiseerd groepsoptreden plaatsvindt. In deze stap is er nog geen sprake van inzet van ME, de inzet vindt plaats vanuit maatschappelijke verbondenheid. Het concept GGP-GO wordt in 2026 uitgeleerd in alle basisteams en wordt toegevoegd aan de basispolitieopleiding. Daarnaast wordt de laatste opschalingsfase (riot control), bij zeer ernstige ongeregeldheden, versterkt. Hiervoor worden nieuwe inzetconcepten ontwikkeld en worden pilots gestart met aanvullende geweldsmiddelen voor de ME. Het gaat ten eerste om de mogelijkheid tot het toevoegen van traanverwekkende stoffen aan het water in de waterwerper. Daarnaast komen er grotere dispenserunits pepperspray beschikbaar voor de ME. De regioburgemeesters hebben de minister gevraagd naar de werkwijze rondom de pilot met de inzet van de waterwerper met traangas. De minister heeft bevestigd dat zowel de afweging en inzet van de waterwerper als de inzet van traangas ín de waterwerper beiden een – separaat – besluit zijn en blijven van de individuele burgemeester. Een pilot ontstaat derhalve wanneer een situatie van een grootschalige ordeverstoring zich voordoet én een burgemeester beslist tot inzet. De regioburgemeesters hebben daarop de minister verzocht om een analyse van onderzoek en ervaringen met betrekking tot de inzet en effectiviteit van de waterwerper met traangas in het buitenland.

Stand van zaken organisatievisie politie

Politie werkt aan de doorontwikkeling van de politieorganisatie richting 2035. Deze organisatievisie bouwt voort op de richting aan de vakontwikkeling van politie zoals beschreven in de Strategische Agenda ‘Stevig staan in deze tijd’. Ambitie is om de (inrichting van) de politieorganisatie te bezien op passendheid bij ontwikkelingen in de samenleving, het veiligheidsbeeld en technologische mogelijkheden in het politievak. Het ‘bij de tijd’ brengen van de organisatie kan op onderdelen ook leiden tot meer efficiëntie. Het streven is om ook de keuzes die worden gemaakt om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen, te baseren op een inhoudelijke visie op de doorontwikkeling van de politieorganisatie. De beide gezagen hebben in het LOVP hun zorg geuit over het risico van een te financieel gedreven doorontwikkeling van de organisatie. Kwalitatieve afwegingen en de gewenste vakontwikkeling dienen altijd voorop te staan. Zij hebben aangegeven als gezagen nauw betrokken te willen zijn bij het traject organisatievisie, om gezamenlijk richting te geven aan de doorontwikkeling en de te maken keuzes. Dit wordt door de politie onderschreven. Binnen de organisatie worden op dit moment de bouwstenen van de organisatievisie en denkrichtingen daarover uitgewerkt. Hier wordt in het LOVP van 2 februari verder over doorgesproken.

Digitale transformatie

In de afgelopen maanden is in het LOVP een vervolg gegeven aan het fundamentele gesprek door een gesprek over zichtbaarheid en bereikbaarheid en een gesprek over de ontwikkeling en aanpak van online criminaliteit. In dit LOVP werd een toelichting gegeven op de digitale transformatie van de politie, met het besef dat genoemde onderwerpen ook op vele punten samenhangen. De nadruk ligt hierbij op vragen over hoe de inzet van nieuwe technologie kansen biedt om effectief te blijven in een snel digitaliserende samenleving: hoe de toenemende digitale criminaliteit het hoofd te bieden? Hoe tegemoet te komen aan verwachtingen van burgers m.b.t. digitale dienstverlening? En hoe in te spelen op kansen en risico’s bij het gebruik van data en op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt? Dit gaat over integratie van technologie, het herzien van processen, cultuur en waarde creatie. In deze eerste reflectie is door de politie ingegaan op diverse voorbeelden van digitale ontwikkelingen, hoe nieuwe technologische ontwikkelingen het werk van de politie fundamenteel veranderen en vraagstukken die daarmee samenhangen. In het LOVP is geconcludeerd dat er vele kansen liggen. Deze kansen worden daarbij gekenmerkt door even zo vele vraagstukken. Er is technologie voorhanden, maar vinden we gebruik moreel en ethisch verantwoord? Bij technologische ontwikkeling gaan kosten veelal voor baten uit, hoe verhouden ambitie en investeringen zich tot de structurele financiële opgave? Hoe kijken we naar vraagstukken ten aanzien van de uitwisselbaarheid van mensen en middelen? En hoe faciliterend of belemmerend is het harde onderscheid tussen de operationele en niet-operationele sterkte (OS/NOS) van de politie? De regioburgemeesters hebben aangegeven door te willen spreken over de principiële vraagstukken die achter dit thema wegkomen. Daarnaast willen zij (via afvaardiging) structureel betrokken zijn bij het gesprek en de afweging met betrekking tot de ethische vraagstukken van technologische ontwikkelingen. Politie werkt de principiële vraagstukken en daarbij behorende gezagscomponenten verder uit. Hier wordt, in samenhang met de andere onderwerpen van het fundamenteel gesprek en de organisatievisie, in het LOVP over doorgesproken. Het vraagstuk ten aanzien van de sterktedefinitie (OS/NOS) komt separaat terug in het LOVP.

Korte punten

Financiële opgave 2026 en meerjarig

De politie heeft toegelicht dat de financiële opgave voor 2026 door een aantal meevallers is teruggebracht naar €156mln dat opgevangen moet worden vanuit het budget voor personeel. Op basis van de verwachte onderbezetting wordt €110mln gedekt. Dit betekent dat de resterende extra opgave nu €46mln bedraagt. Dit is een halvering van de oorspronkelijke €86mln. Deze €46mln moet worden gedekt met besparingen op de voorziene personele bezetting in 2026. Daarbij worden de GGP en opsporing in de basisteams buiten beschouwing gelaten en blijft de personele instroom 2026 op peil. In alle eenheden worden op dit moment gesprekken met de gezagen gevoerd over deze opgave voor 2026 ten laste van de personele bezetting. Eenheden met een minder grote onderbezetting hebben daarbij een grotere opgave dan eenheden met een reeds forsere onderbezetting. Daarnaast blijft de structurele financiële opgave onderwerp van gesprek in het LOVP. De regioburgemeesters hebben nogmaals hun zorg geuit over de impact van de financiële opgave op de taakuitvoering.

Manifest lokaal gezag

Op een aantal actiepunten uit het Manifest lokaal gezag, zoals de start naar een verkenning naar de financieringssystematiek van de politie en het maken van regionale afspraken bij bovenlokale veiligheidsvraagstukken, zijn al grote stappen gezet. In het LOVP is bevestigd dat de inhoud van het manifest gezamenlijk gedragen wordt en is uitgesproken om goed met elkaar in gesprek te blijven. Afgesproken is om ook de andere geprioriteerde punten gezamenlijk met de partners van het LOVP op te pakken. Voortgang en voorstellen komen terug in het LOVP.  

Handhavingsplan jaarwisseling

De minister van JenV heeft toegelicht dat een landelijk handhavingsplan jaarwisseling is opgesteld als onderdeel van het wetgevingsproces en is toegezonden aan de Kamer. Op vraag van de regioburgemeesters heeft de minister van JenV bevestigd dat het een handreiking betreft en dat afweging ten aanzien van tolerantiegrenzen en politie-inzet altijd aan de lokale driehoek is.

Inspectierapport lokale opsporing

Naar aanleiding van het rapport van de Inspectie van Justitie en Veiligheid, dat zeer kritisch is over de opsporing in de basisteams, hebben beide gezagen aangegeven hier in een volgend LOVP over door te willen spreken. Dit vanuit het perspectief van kwaliteit van de taakuitvoering én een focus op landelijke verbeterprogramma’s, waardoor uitholling van kennis en expertise op lokaal niveau ontstaat. De uitkomsten van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de opsporing, dat begin 2026 verwacht wordt, worden hierbij betrokken.