Themasessie LOVP: verbinding met de samenleving

21 februari 2022

Op 14 februari sprak het LOVP over het thema maatschappelijke onrust en wat dat betekent voor de verbinding van politie met de samenleving. Het doel was om van gedachten te wisselen over wat de onrust voedt om vervolgens in te gaan op elementen die juist zorgen voor verbinding en de trend van polarisatie kunnen doorbreken.

Hans Boutellier leidde het thema in en plaatste polarisatie in het perspectief van erkenning en identiteitspolitiek. Hij wees daarbij op een verbindend handelingsperspectief van het voeren van de dialoog, wederkerigheid en normering (Boutellier over ‘Het nieuwe Westen’).

René van Eck, sectorhoofd van district Den Haag Centrum in de Eenheid Den Haag, nam het LOVP mee in de ontwikkelingen die hij in de praktijk ziet met betrekking tot maatschappelijk ongenoegen. We spraken hem aanvullend voor deze nieuwsbrief. Hij vertelt: “Er is sprake van steeds meer verschillende groepen en personen die zich afzetten tegen het overheidsbeleid gerelateerd aan verschillende maatschappelijke thema’s. Bij verschillende demonstraties en acties komen deze samen in gelegenheidscoalities en fluïde netwerken. Regelmatig worden rustige demonstraties gekaapt door groepen die uit zijn op confrontatie en geweld niet uit de weg gaan”. Hij ziet daarbij dat er sprake is van verdere verharding door het vervagen van de grens tussen activisme en extremisme en het gebruik van contrastrategieën tegen de overheid en personen. Sociale media speelt een belangrijke verbindende en aanjagende rol. “De schaal waarop het maatschappelijk ongenoegen geuit wordt en het tempo waarmee individuen en groepen radicaliseren is fors. Geweld, bedreigingen en intimidatie worden hierbij niet geschuwd”. In de samenleving zien we een toename van bedreigingen jegens politici, wetenschappers, maar ook politiemensen. “Een relatief nieuw fenomeen is doxing”, vertelt René, “dit is het (online) achterhalen van namen, adressen, facebookaccounts en e-mailadressen van iemand en deze gegevens vervolgens publiceren. Dit zorgt voor veel leed en angst bij degenen die het treft”. De politie heeft te maken met een forse toename van het aantal (deels onaangekondigde) demonstraties, waarbij in meer of mindere mate verbaal en/of fysiek geweld niet wordt geschuwd. “Dit vraagt zeer veel capaciteit van de politie en doet wat met de weerbaarheid en gezondheid van politiemensen. Dit geldt niet alleen voor plaatsen waar veel demonstraties plaatsvinden, maar landelijk. Zo waren onlangs politiemensen uit heel Nederland aanwezig in Den Haag om de demonstratie van truckers in goede banen te leiden. Niet alleen ME’ers, maar ook bijvoorbeeld wijkagenten, die de verbinding zoeken met demonstranten. Deze inzet heeft onmiddellijk invloed op de aanwezigheid van de politie in wijken”.

Vervolgens ging René in het LOVP in op de aanpak van de politie in de Eenheid Den Haag ten aanzien van maatschappelijk ongenoegen. Deze aanpak richt zich niet alleen op handhaving en repressie, maar juist ook op verbinding en preventie. Eind vorig jaar heeft de Eenheid Den Haag een multidisciplinair team opgezet met als doel om vanuit verschillende invalshoeken te komen tot een bredere aanpak. De samenwerking is hierbij gezocht met de eenheden Rotterdam, Amsterdam en Midden-Nederland. Binnen het multiteam zijn alle onderdelen van de politieorganisatie vertegenwoordigd, via de knoppen van de SGBO-structuur. Daarnaast wordt actief verbinding gezocht onder andere met het landelijk kenniscentrum, de wetenschap, diverse innovatieplatforms binnen en buiten de politie organisatie en de zorg en veiligheidspartners. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat maatschappelijk ongenoegen op zichzelf geen probleem is en dat in een democratische rechtstaat alle ruimte moeten zijn om ongenoegen, binnen de grenzen van de wet, te uiten.

René vertelt waar de aanpak van het multidisciplinaire team zich op richt: ”We zetten in op vroegere signalering en meer lokale interventies, gericht op preventie zoals scholing of voorlichting ten aanzien van desinformatie en dialoog zoals het lokaal in gesprek gaan met de doelgroep, bijvoorbeeld defendgroepen. Daarnaast is een persoonsgerichte aanpak belangrijk. De bestaande werkwijze met betrekking tot CTER-subjecten in het Zorg- en Veiligheidshuis is succesvol. Deze integrale lokale aanpak is mogelijk ook goed toepasbaar op personen die extremistisch en/of risicovol gedrag vertonen op het terrein van maatschappelijk ongenoegen”. Digitale ontwikkeling en informatiepositie en -uitwisseling zijn actuele vraagstukken. “We richten ons op investeren in het digitale domein: is wetgeving toereikend en zijn we als overheid in het algemeen en als politie in het bijzonder hiervoor voldoende uitgerust?”. René geeft aan dat informatiedeling over personen en/of groepen nu wordt ervaren als een groot knelpunt. “Niet alleen in de lokale aanpak waar het gaat over wat mag gedeeld worden met gemeente en partners in de bredere keten, in de wijken, in het sociale domein als het gaat om problematisch of overlastgevend maar niet strafbaar gedrag, maar ook landelijk tussen politie, gemeenten en andere betrokken partners. Veel demonstranten en actievoerders wonen niet in de plaats waar zij demonstreren of actie voeren. Zijn zij in beeld in hun eigen gemeente of bij de lokale politie? Voorziet de huidige wetgeving in de mogelijkheden om deze informatie breed te delen?”.

Komende maanden werkt het multidisciplinair team deze punten nader uit. Ook wordt het thema maatschappelijk ongenoegen opgenomen in het nieuwe regionaal beleidsplan 2023-2026 van de Eenheid Den Haag, dat op dit moment geschreven wordt. Hierin staat de integrale en gezamenlijke aanpak door gemeenten, politie en Openbaar Ministerie centraal in de verschillende fasen van maatschappelijk ongenoegen: van preventie en verbinding tot de aanpak van extremisme en strafbare gedragingen.