Tom Driessen: ‘De tegenpartij anticipeert op dit moment beter op ons dan wij op hen’

4 oktober 2021

De dreiging van ondermijning is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Ze manifesteert zich bijna overal en in verschillende vormen. Drugs, zware vuurwapens, liquidaties en enorme criminele winsten. Het op te richten Strategisch Kenniscentrum moet periodiek strategische beelden uit gaan brengen die een bijdrage leveren in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Beter inzicht in hoe de georganiseerde criminaliteit nationaal en internationaal werkt, moet behalve voor meer samenhang ook zorgen voor meer vertrouwen en verbinding tussen de partners in de strijd tegen ondermijning. ‘Iedereen moet het kunnen zien. Wat is er nu echt aan de hand, wat doen we eraan en wat is mijn bijdrage daarbij?’, zegt Tom Driessen, kwartiermaker van het nieuwe Strategisch Kenniscentrum Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit in Vlissingen, waar hij sinds januari dit jaar aan de slag is gegaan.

“Het Strategisch KennisCentrum georganiseerde ondermijnende criminaliteit (SKC) is een klein, maar essentieel onderdeel binnen de veelzijdige strategie voor de bestrijding en aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijning”. Het maakt deel uit van het Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit van minister Grapperhaus en ook van de Justitie-Delta die in Zeeland verrijst in het kader van het compensatiepakket voor Zeeland (ingesteld na het afblazen van de verhuizing van de marinierskazerne). In zijn vorige functie was Driessen programmadirecteur Ondermijning bij de Nationale Politie.

- Als je aan drie verschillende mensen vraagt welke verwachtingen ze bij het SKC hebben, krijg je drie verschillende beelden en verwachtingen. Kun je uitleggen wat voor jou de belangrijkste reden en doel zijn voor de oprichting van het SKC?

TD “Laat ik vooropstellen: bij de Nationale Politie en bij alle andere partijen, gebeurt er enorm veel goeds in de bestrijding van ondermijning en worden (o.a. multidisciplinair) ook mooie successen geboekt. Echter om echt resultaat in de strijd tegen ondermijning te behalen, is er ook nog winst te verdienen en veel te verbeteren.

Er is geen gemeenschappelijk beeld wat nu de echte dreigingen van ondermijning zijn. De acties van zowel politiek, bestuur en uitvoeringsdiensten zoals politie, FIOD, douane en OM zijn daarbij ook heel divers. Wat er te veel ontbreekt is samenhang en een goede gezamenlijk ontwikkelde strategie. Om tot een beter resultaat en meer effect te komen is een gemeenschappelijk strategisch beeld van die dreiging essentieel. Om dat te ontwikkelen moeten we alle beschikbare kennis, expertise en informatie delen. Als we dat goed doen is dat een eerste stap naar beter resultaat en vergroot het de kans dat we elkaar gaan versterken in plaats van naast elkaar functioneren met ieder een eigen doel. Dat is onze ambitie en het is tegelijkertijd ‘a hell of a job’. Wij zullen als SKC proefondervindelijk onze waarde gaan bewijzen, daar ben ik van overtuigd.”

- Wat is het verschil met de beelden die al nationaal of lokaal en regionaal gemaakt worden met de RIEC’s of met de grote steden?

 TD “Een burgemeester of een driehoek zal van zijn RIEC vaak beelden van de lokale of regionale criminaliteit vragen en op basis daarvan beoordelen waar ze het meest effectief in de stad of regio kunnen ingrijpen. Wat we met het SKC willen ontwikkelen -en dat missen we nog in Nederland- is dat we op strategisch niveau een beeld scheppen van hoe de dreiging van ondermijnende criminaliteit zich ontwikkelt, waar die vandaan komt en hoe de verbanden liggen tussen bv. lokale criminaliteit en georganiseerde criminaliteit. Zo’n strategisch beeld geeft inzicht in het functioneren van de dreiging van internationaal tot en met lokaal niveau. Het huidige nationaal dreigingsbeeld is een goed product, maar beschrijft de werkelijkheid van drie of vier jaar daarvoor. Je kijkt eigenlijk terug. We hebben nu behoefte aan een soort weerbericht. Daar kijk je naar omdat het een beeld geeft van de toekomst. Onze ambitie is om in die vergelijking een actueler beeld te ontwikkelen met voorspellend vermogen. Drugs, zware vuurwapens, geweld en enorme hoeveelheden illegaal geld manifesteren zich in onze lokale en regionale gebieden maar zijn per definitie bijna allemaal internationaal verankerd. Dat wordt onze uitdaging. Het ontwikkelen van een strategisch beeld waarbij je als een satelliet in en uit kunt zoomen. Het gaat erom dat we op basis van dit strategisch inzicht duidelijke doelstellingen laten kiezen door het gezag en daardoor samenhang aanbrengen in de aanpak van georganiseerde criminaliteit op lokaal, landelijk en zelfs internationaal niveau. Waar we naar toe willen is een gemeenschappelijk referentiekader, een ‘central point of contact’ waar iedere partij kan zien: hoe ziet het groter geheel eruit en wat is mijn plek daarin.”

- Kun je een voorbeeld geven, waar moeten we dan aan denken?

TD “Jaren geleden wisten we al dat de regering van Colombia en de FARC in aanloop naar het vredesakkoord afspraken om het elkaar een aantal jaren niet al te moeilijk te maken. Op zo’n moment kun je voorspellen wat de gevolgen zijn. De productie van cocaïne zal explosief groeien en de smokkel zal qua omvang toenemen. Veel meer cocaïne dus richting Europa en Nederland. Als je dat ziet aankomen, ga je andere vragen stellen. Moet deze dreigende verwachting internationaal (politiek, professioneel) geagendeerd worden door Nederland c.q. de EU, al of niet samen met internationale partners? Gaan we die grotere partijen allemaal in de Europese havens tegenhouden en inbeslag nemen? Wat betekent dit voor de kwetsbaarheden van bedrijven? Gaan we investeren om de cocaïne in de grootste exporthavens in Zuid-Amerika tegen te houden? Wat betekent dit voor het drugsgebruik en de lokale handel in Nederland? Gaan we anticiperen op de criminele organisaties die de rol van de FARC gaan overnemen?

Nog te vaak wachten we tot een dergelijk probleem zich hier in onze havens manifesteert met het aantreffen van grote partijen cocaïne, met daaraan gerelateerd corruptie, gewelddadige rip deals en nog veel meer ellende. Repressief handelen met succesvolle inbeslagnames maar vaak zonder veel effect, is nu nog te vaak onze enige optie.  

Wij willen voor elkaar krijgen dat we aan de voorkant van dit soort problemen gaan komen. De tegenpartij anticipeert momenteel beter op ons dan wij op hen. We willen een soort nationale, internationale radar ontwikkelen.

Ander voorbeeld: als de prijs van tomaten sterk daalt, dan zie je bij wijze van spreken het zwarte plastic in de tuinbouwkassen omhoogschieten. Ik geef dit voorbeeld niet om een beroepsgroep te criminaliseren, maar om aan te duiden dat er mechanismen in de samenleving zijn die we moeten waarnemen en analyseren om te voorspellen waar het heen gaat. Wij gaan niet vertellen wie er vervolgens moet worden aangehouden of welke interventies er moeten worden gepleegd. Als SKC willen we de gesprekken over prioriteiten en daaraan gekoppelde doelstellingen faciliteren en samenhang en vertrouwen bevorderen. Wij monitoren op strategisch niveau om het gezag in positie te houden.”

- Je bent nu aan het bouwen, waar staat het SKC over een jaar?

TD “We zijn niet begonnen met een organisatieplan met een harkje. Gedurende de bouw moeten we erachter komen wat nodig is. Redelijkerwijs verwacht ik aan het eind van het jaar met vijfentwintig mensen te werken. Nu zijn het er nog acht. Dat zullen niet allemaal juristen en criminologen zijn, maar ook mensen met een achtergrond in de economie, filosofie, politieke of exacte wetenschap. Het gaat om de verbreding en verdieping, we zijn op zoek naar het verborgene, naar patronen, naar een wereld die op strategisch niveau veel minder zichtbaar is. Ik ben erg blij met het multidisciplinaire karakter van SKC. Zodoende kunnen we nog beter gebruik maken van elkaars expertise binnen zo’n organisatie. Naast kennis en ervaring voor wat betreft het functioneren van criminele internationale organisaties, ben ik bijvoorbeeld op zoek naar mensen met strategische kennis van goederenstromen, van financiële processen of over mobiliteit van personen. We zoeken nationaal en internationaal naar samenwerking met de wetenschap, maar ook met het bedrijfsleven. Ondertussen zijn we ook al inhoudelijk begonnen met het beschrijven van bepaalde ‘corridors’ naar Nederland, zoals bijvoorbeeld de corridor Afrika. Daarin zijn bijvoorbeeld stromen te onderscheiden die heel verschillend zijn zoals mensensmokkel en -handel, de precursoren van synthetische drugs en cocaïne. Maar ze hebben allemaal te maken met de dezelfde problematiek: het transport over de Middellandse Zee en het moeten regelen van faciliteiten in Zuid-Europese landen. We zijn aan het doorgronden hoe dat werkt, hoe een en ander. mogelijk in samenhang plaats vindt, of niet, etc.”

- Wat heb je van de burgemeesters nodig om de gezamenlijke stap te zetten om tot betere afstemming in de aanpak te komen?

TD “Ik hoop dat we allemaal inzien dat door dit kleine, maar essentiële puzzelstukje als het SKC, we gezamenlijk de grote puzzel met elkaar kunnen leggen en zodoende het grotere ‘schaakspel’ kunnen zien. Als SKC gaan we een referentiekader bieden waarmee we samenhang kunnen creëren in de aanpak van ondermijning. Naast goede multidisciplinaire samenwerking, bedoelen we hiermee samenhang tussen repressie en preventie, tussen publiek en privaat, tussen lokaal tot en met internationaal en gisteren en overmorgen, etc. Het is goed als je weet dat lokale interventies deel uitmaken van een strategie die ook nationaal en zelfs internationaal wordt gevolgd. Uiteindelijk leidt de samenhang dan tot een efficiëntere aanpak en zo tot een veiliger Nederland.

Het SKC moet zich nog bewijzen maar gaat, zonder twijfel, een essentiële bijdrage leveren aan onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de ondermijning van onze rechtsorde en maatschappij te stoppen.”