Onderzoek Politieacademie

1 december 2017

De Politieacademie heeft in 2017 onderzoek over de 'lokale betekenis van de basisteams' gedaan, wat gaat over de positionering van de gebiedsgebonden politiezorg in het nieuwe bestel.

Het onderzoek geeft een inkijk in de beleving van politiemensen en bestuurders over het functioneren van de basisteams. Incidentafhandeling blijkt veel prioriteit te krijgen ten koste van wijkgerichte activiteiten en lokale opsporing. Ook is er weinig tot geen recherchecapaciteit is in de basisteams om op te treden tegen lokale criminelen die zich toeleggen op de georganiseerde misdaad. De capaciteit binnen basisteams wordt ingezet voor aangiftecriminaliteit. Respondenten vinden dat de basisteams te generalistisch zijn ingericht. Wijkagenten zien veel georganiseerde misdaad in hun wijken, maar deze criminelen worden vervolgens veel te weinig aangepakt. Ook wordt gepleit voor meer hoogwaardige opsporing in het basisteam.

Slechts een vijfde van de respondenten vindt dat de politie een basisvoorziening is die voldoende aanwezig en actief is. Het merendeel stelt dat het basisteam over onvoldoende menskracht beschikt. Deze constatering ligt in lijn met de investeringsagenda van de regioburgemeesters, waarin wordt gepleit voor een uitbreiding van de sterkte voor de basispolitiezorg, wijkagenten en de opsporing.

De helft van de respondenten vindt dat de reorganisatie de politie op grotere afstand van de burgers heeft geplaatst. De respondenten geven een onvoldoende aan de politieorganisatie als het gaat om ‘het aantal politiebureaus in het basisteam’. Volgens respondenten gaat het sluiten van bureaus ten koste van de aanwezigheid van politie in de wijk en kunnen ze daarom ook hun werk minder goed doen.