Rotterdamse districtschef Edwin Boer: Huldiging Feyenoord succes dankzij strakke organisatie

3 juli 2017

Aan de huldiging van landskampioen Feyenoord, op 15 mei jl., gingen maanden van intensieve voorbereidingen vooraf. Na het ontspoorde titelfeest van 1999 lag de Coolsingel niet voor de hand als huldigingslocatie. Maar een andere plek om de eerste eredivisietitel in achttien jaar te vieren was uiteindelijk ondenkbaar. Het lukte Edwin Boer, de districtschef politie Rotterdam-Zuid, zijn staf, vele partners en agenten uit het hele land, in samenwerking met gemeente Rotterdam de klus te klaren.

“Mijn grootste opluchting is dat we de trend hebben doorbroken dat een huldiging van Feyenoord altijd uit de hand loopt”, zegt Edwin Boer in zijn werkkamer op politiebureau Zuidplein. Behalve opgelucht is Boer vooral ook trots op hoe het kampioensfeest dit keer verliep. De herinneringen aan de ‘festiviteiten’ bij de vorige titel, bezorgden politie en bestuur van de havenstad nog jarenlang koppijn. In de voorbereiding op een eventuele huldiging, kwamen ook de beelden uit 1999 weer voorbij. Beelden van vernielingen op de Coolsingel, van plunderingen en van politiemensen met getrokken pistolen. Het COT concludeerde indertijd niet alleen dat de Coolsingel ongeschikt was voor een grootschalig politieoptreden, maar ook dat gemeente en politie zich niet afdoende  hadden voorbereid. “Dat waren geen fijne beelden”, stelt Boer nuchter vast. Dit keer moest het anders gaan en dus stroopten politie en gemeente de mouwen, naar goed Rotterdams gebruik, zo hoog mogelijk op. Ook al bleef het tot het laatst onzeker of het feest echt door zou gaan.

Scenario’s

Edwin Boer is sinds 2015 districtschef in Rotterdam-Zuid en is algemeen commandant staf Grootschalig en bijzonder optreden. Rotterdam heeft zes van dergelijke staven. Deze moeten samen met relevante partners zorgdragen voor een, qua openbare orde en veiligheid, goed verloop van evenementen en (onverwachte) gebeurtenissen. “Om de staven zit een aparte bevelsstructuur en bijbehorende organisatie. Maar het blijft een neventaak, je wordt er niet exclusief voor vrijgemaakt”, benadrukt hij. Begin dit jaar riep Boer de staf bijeen om de voorbereidingen in gang te zetten. “De staf bestaat uit politiemensen die elk een onderdeel/thema onder zich hebben. Dan moet je denken aan: intelligence, ondersteuning en middelen, opsporing, handhaving en communicatie. Samen stel je scenario’s op en breng je brainstormend allerlei mogelijkheden in beeld. De vier of vijf meest aannemelijke scenario’s namen we uitgebreid door, rekening houdend met allerlei variabelen en onvoorspelbaarheden, dus ook met brand of een terreuraanslag. Dan bepaal je een strategie en overleg je met de driehoek. En dan is het een kwestie van het per onderdeel met partners, onder regie van de gemeente, verder uitwerken van het plan.” Waar de politie het in gang zetten van de veiligheidsmaatregelen voor zijn rekening nam, nam de gemeente, als aanbieder en organisator van het feest, het overleg met de club en de organisatie van de opbouw ter hand en werden de bereikbaarheid en de communicatie gezamenlijk opgepakt. Een van de beslissingen was het verplaatsen van de huldiging naar maandagochtend. “Zondag na de wedstrijd zou een grote belasting zijn. Je hebt dan voor de wedstrijd al 1.200 agenten op de been, die op een bepaald moment allemaal afgelost moeten worden. Bovendien krijg je te maken met invallende duister. En het risico dat mensen maandagochtend dronken zijn, is aanzienlijk kleiner dan op zondagavond.” Een gemeentelijke noodverordening zorgde ervoor dat op straat niet gedronken kon worden en dat ook winkeliers geen alcohol mochten verkopen. Op de dag van de huldiging stonden opnieuw 1.200 agenten, afkomstig uit het hele land, paraat. Een ongekend aantal, dat de capaciteit in het hele land onder druk zette. Boer roemt de inzet van alle agenten. “Ze kwamen uit Groningen, Friesland, noem maar op en hadden geen lokale kennis. Maar het werk dat ze die dag geleverd hebben is ongekend. Hier betaalt zich ook het bestaan van de Nationale Politie uit. Als je die inzet met al die verschillende korpsen had moeten regelen… Dat was nu centraal in orde gebracht.”

Beleving van De Kuip

Dat de Coolsingel onderdeel zou uitmaken van de door de gemeente aan Feyenoord aangeboden feestelijkheden was, nadat allerlei opties waren besproken, onontkoombaar. Met de ontsporingen in 1999 in gedachten, werd een ‘Commander’s Intent’ geformuleerd. “Dat is een term uit de krijgsmacht die plat gezegd neerkomt op ‘de bedoeling van de baas’. Die luidde: de huldiging is een feest, maar als het mis gaat zijn we er. Het is belangrijk dat mensen in de uitvoering die geformuleerde intentie in hun hoofd hebben als referentiekader voor hun handelen. Onze strategie was vervolgens om de beleving van De Kuip naar de Coolsingel te brengen. Want in De Kuip gaat die uiterst diverse Feyenoordfamilie heel goed samen. Een aantal ingrediënten was onmisbaar. Stadionspeaker Peter Houtman was ook master of ceremonies bij de huldiging en we hadden dezelfde dj als in De Kuip.” Houtman diende zich vervolgens wel te onthouden van hatelijkheden richting ‘020’ en de dj moest vooral mellow muziek draaien. Zelfs met trainer Van Bronckhorst en aanvoerder Dirk Kuyt, de enige sprekers namens Feyenoord, werd overleg gevoerd. “Omdat het publiek in De Kuip in vakken zit, hebben we die, in samenwerking met de hekkenleverancier, ook op de Coolsingel ingericht. In de vakken kregen mensen te maken met stewards uit De Kuip. We hebben expres geen apart familievak ingericht. Gemixte vakken waarin ook families met kinderen kunnen staan, werken ontspannend.”

Strak geregisseerd

Ook de techniek speelde een cruciale rol, zegt Boer. “We wisten niet hoeveel mensen er zouden komen. De fanbase in Nederland bedraagt een miljoen mensen. Als daarvan zo’n honderdduizend in de omgeving van het stadhuis staan, kunnen die echt niet allemaal zien wat er op het bordes gebeurt. Daarom hadden we grote LED-schermen met geluid, zodat op veel plekken de huldiging goed te volgen was. In de aanloop waren daarop filmpjes te zien. Je moet mensen die een paar uur staan te wachten bezig houden en beleving bieden, anders gaan ze zich vervelen en worden ze onrustig. In 1999 hadden we dat allemaal niet.” Ook de instroom werd strak geregisseerd, waarbij tekstborden mensen de weg wezen. Twee uur voor de Coolsingel vol leek te lopen, werden mensen in het land via sociale media ontmoedigd naar Rotterdam te komen. Via NL Alert kreeg heel Nederland zelfs te horen om maar niet naar Rotterdam af te reizen. Dat dit in Amsterdam op z’n minst gemengde gevoelens zou kunnen veroorzaken, werd voor lief genomen. Het hoogtepunt zelf, ‘de bordesscene’, duurde hooguit een half uur. Dankzij de schermen kon iedereen zien wat daar gebeurde. “De uitstroom was goed afgestemd met de NS en de RET. Ze reden met de langst mogelijke treinen en metro’s. In een minuut tijd konden 1.000 mensen worden afgevoerd.”

Driehoek stuurt en steunt

Ook met terreurdreiging werd rekening gehouden. Boer: “Wij hebben inrijbeperkende maatregelen getroffen, bijvoorbeeld door het met afvalwagens aanbrengen van blokkades, zodat er via het Weena of het Churchillplein niet op de menigte kon worden ingereden. In overleg met de hulpdiensten en de Veiligheidsregio was ook de bereikbaarheid besproken van de Coolsingel als er, bijvoorbeeld, ergens brand zou uitbreken. Verder konden mensen het gebied niet in met rugzakken. We hadden de medewerking van heel veel partners. De driehoek stuurde aan, bewoog mee en gaf ons de ruimte en bleef achter ons staan. We hebben weinig aan het toeval overgelaten.”, kijkt Boer met trots en tevredenheid terug. “Ik heb de bevrijding na de oorlog niet meegemaakt, maar ik kan me voorstellen dat dit een zelfde soort sentiment teweegbracht. De ontlading was bizar; ik heb volwassen mensen met tranen in hun ogen gezien, volledig buiten zinnen, huilend. Er hing ook een soort geest over de massa, zo van: we laten het dit keer niet verkeerd gaan. Om dit voor elkaar te krijgen is veel onzichtbaar werk verricht. Dat hoort ook bij de politie: we zijn er als het nodig is. Om daarvoor te zorgen, is goede maar vaak niet zichtbare voorbereiding een vereiste. Vergeet niet dat ook in Amsterdam een team bezig is geweest met voorbereidingen voor een mogelijke huldiging. Net als wij. Maar ja, het feest was hier.”