Digitaal wijkagent: ’Meer in de online haarvaten van de samenleving’

18 februari 2019

Internet speelt een steeds grotere rol in het sociaal-maatschappelijk leven. Daarom wordt het digitale wijkgebonden politiewerk steeds belangrijker. Volgens Joaquin Diez Requejo, digitaal wijkagent in Roosendaal, bevindt het wijkagentwerk van de toekomst zich ook steeds meer in de online haarvaten van samenleving.

“De burgemeester heeft een belangrijke rol gespeeld bij het in 2017 tot stand brengen van de rol van digitaal wijkagent in onze gemeente”, zegt Joaquin Diez Requejo op het politiebureau van Roosendaal. Aanleiding voor het ontstaan van zijn rol als de digitaal wijkagent was de mogelijke vestiging van asielzoekerscentra in de regio. Dat leidde op diverse plekken in West-Brabant tot discussies. “Onze teamchef kreeg de vraag wat die komst met de mensen doet”, vertelt Diez Requejo. “Via de wijkagenten kwam het beeld naar voren dat het wel mee viel met de reacties. Omdat ik toen de Facebookpagina van ons team bijhield, vroegen ze mij: kijk jij eens wat hier op internet over gezegd wordt. Dat leverde een heel ander beeld op. Op verschillende plekken online bleken mensen veel ongeremder en agressiever te zeggen wat ze vonden. Voor mijn teamchef en burgemeester was dat een openbaring. In samenspraak met het bestuur ben ik mij vanaf dat moment veel meer en gerichter bezig gaan houden met de online lokale samenleving.”

Online wijkwerkzaamheden

Diez Requejo was in 2017 de eerste ‘officiële’ digitaal wijkagent in Nederland. Hij is voor 80% van zijn werkweek actief in zijn virtuele online wijk: het internet. Hij richt zich daarbij op alle wijken van het basisteam Roosendaal en staat in verbinding met de wijkagenten uit dit team. Daarnaast is hij voor 20% van zijn tijd ook actief in de fysieke wereld en draait hij mee in het operationele wijkrooster en in de noodhulp. Van de werkzaamheden waarmee Diez Requejo zijn werkweek vult, beschouwt hij OSINT als zijn belangrijkste taak. Dit staat voor Open Source Intelligence legt hij uit. In het kader van zijn OSINT-taak monitort hij openbare bronnen op internet. Online volgt hij wat mensen bezighoudt op social media, in de lokale en regionale media, en op fora. Dat kunnen landelijke fora zijn, zoals het wietforum. Diez Requejo: “Daar volg ik dan zaken die betrekking hebben op het gebied van mijn eenheid. Dat bespreek ik met de andere wijkagenten.” Als digitaal wijkagent houdt hij zich ook bezig met digitale opsporing, de andere belangrijke digitale taak. “Dan moet je denken aan een bedreiging op Facebook, of identiteitsfraude. De ingewikkeldere cybercrimezaken worden opgepakt door de districtsrecherche of het cybercrime team.” Daarnaast horen voorlichting, webcare en reguliere politiezorg ook tot zijn taken. Webcare omvat al het digitale contact met inwoners, vragen die zij bijvoorbeeld stellen via Facebook of Twitter. Voorlichting geeft hij zowel extern, bij scholen en bedrijven, als ook intern.

Digitaal vaardig

Diez Requejo heeft veel van zijn digitale vaardigheden zelf ontwikkeld, maar volgt ook trainingen in digitaal onderzoek. “Deze week ga ik bijvoorbeeld naar een workshop van Bellingcat, het platform voor burgerjournalistiek. Die zijn enorm bedreven in het gebruik maken van openbare bronnen op internet voor onderzoek naar conflicten. Ze zijn onder andere bekend geworden met onderzoek naar de MH17 ramp en de burgeroorlog in Syrië.” Omdat het digitale wijkwerk een relatief nieuw verschijnsel is, geeft hij regelmatig voorlichting aan collega’s, binnen en ook buiten zijn eenheid. “Dit is een pioniersrol, dat betekent dat het ook nog een kwestie van zoeken naar de beste manier van werken en samenwerking is. Het basisteam is 180 mens sterk, dus dat is een flinke groep. Ik probeer zo veel mogelijk collega’s uit te leggen wat ik doe, hoe ik het doe en hoe we elkaar kunnen versterken. Iedereen kan slimmer leren zoeken op internet. Het is van belang dat mijn collega’s gebruik leren maken van de veelheid van informatie die online te vinden is. We kunnen er als politie niet meer omheen, alle politieagenten zullen in de toekomst in meer of mindere mate digitaal vaardig moeten zijn.”

Landelijke ontwikkelingen

Om zijn werk goed uit te kunnen voeren, heeft Diez Requejo uiteindelijk bijzondere middelen, zoals een eigen laptop gekregen. “Dat heeft nog wel wat voeten in de aarde gehad. Wijkagenten krijgen standaard een Chromebook, maar die voldoet niet aan wat ik nodig heb. Het is moeilijk om af te wijken van de standaard middelen die voor het gebiedsgebonden werk bestemd zijn”. Hij ziet nog een hoop verbeterpunten: “Ook middelen die binnen de landelijke Intelligence van politie gebruikt worden, zouden goed van pas komen binnen de Gebiedsgebonden Politie, zoals software die voor mij automatisch sociale media monitort op bepaalde termen. Die bestaat wel, maar het is ongebruikelijk dat structureel voor het werken in de wijk te gebruiken. Het wordt alleen incidenteel bij, bijvoorbeeld, evenementen ingezet.”

Qua opleiding mogen er wat Diez Requejo betreft nog flink wat slagen gemaakt worden om de digitale kennis en vaardigheden van agenten te verbeteren. Zowel in de basisopleiding, waar digitale vaardigheden en digitale criminaliteit eigenlijk nog helemaal niet aan bod komen, als ook specifiek voor de wijkagenten. Op de Politieacademie zou het vak OSINT ingevoerd moeten worden, vindt hij. “Het is een compleet nieuwe manier van werken, die er wel aan komt.” Inmiddels zijn naast Roosendaal ook op een aantal andere plaatsen in Nederland wijkagenten die zich, ieder op hun eigen manier, meer bezig houden met de digitale wijk; onder meer in Hoorn, Nijmegen-Noord en Zuid, Heerhugowaard, Zoetermeer en bij de Zeehavenpolitie in Rotterdam. “Het zou mooi zijn als iedereen het gaat doen, maar daar zijn we nog lang niet. Mijn rol hier is nog aan mij als persoon gebonden, maar het digitale wijkwerk moet echt structureel onderdeel worden binnen de politie. Ik hoop daarom dat ook burgemeesters voor ogen houden dat het online gedeelte van het wijkgebonden politiewerk steeds belangrijker wordt.”