Rapport Commissie COR
13 september 2017
Op 12 september 2017 heeft Minister Stef Blok van Veiligheid en Justitie het rapport van de Commissie COR politie in ontvangst genomen en aan de Tweede Kamer aangeboden.
De Commissie onder leiding van de heer Ruys verrichtte het onderzoek in opdracht van de minister nadat uit een intern onderzoek van de korpschef was gebleken dat de bestedingen van de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de politie ondoelmatig en disproportioneel waren. Hierbij de hoofdpunten uit het rapport en als bijlage het rapport zelf.
Betrokkenheid toenmalige korpschef
De Onderzoekscommissie constateert dat de korpschef, ondanks waarschuwingen over verkwistend handelen door de COR, onvoldoende betrokkenheid heeft getoond om adequaat toezicht en controle te houden op de financiën van de COR. De inrichting van de administratieve organisatie van de COR was niet op orde. Gemaakte afspraken tussen korpsleiding en COR werden gebrekkig vastgelegd. Controle en toezicht waren onvoldoende en er werden handelingen door de COR gedaan in strijd met de interne regels van de Nationale Politie. De COR en het dagelijks bestuur van de COR hielden zelf ook de uitgaven niet nauwgezet bij. De houding van met name de voorzitter van de COR kenmerkte zich door eigengereid optreden, waarbij regels en afspraken herhaaldelijk werden overtreden. De COR overschreed sinds 2012 alle jaren het beschikbare budget.
De Onderzoekscommissie constateert voorts dat een adequate controle ontbrak op facturen en declaraties die de (voorzitter van de) COR indiende. Daardoor werd gelegenheid geboden tot het doen van niet-doelmatige en buitensporige uitgaven. De korpschef heeft de COR wel gemaand tot soberheid na het doen van verkwistende uitgaven maar liet het bij woorden. De voormalige korpschef en de voormalige directeur Korpsstaf - door de korpschef verantwoordelijk gemaakt voor controle en toezicht op de COR financiën - hebben onvoldoende krachtig opgetreden. Beiden tolereerden de situatie en lieten die op zijn beloop. Hierdoor is op onzorgvuldige wijze met publiek geld omgesprongen.
Invloed op de besluitvorming COR
De Onderzoekscommissie heeft geen bewijs gevonden dat de adviestrajecten van de COR in de onderzoeksperiode zijn beïnvloed door de handelwijze van de toenmalige korpschef. Uit de analyse van de Onderzoekscommissie van alle belangrijke adviestrajecten blijkt dat de COR eigenstandig tot haar adviezen is gekomen middels uitwisseling van informatie en argumentatie. De Onderzoekscommissie heeft geen verband gevonden tussen de ruime budgetten en faciliteiten waarover de COR-leden beschikten en haar adviezen. Naar het oordeel van de Onderzoekscommissie handelde de toenmalige korpschef onprofessioneel en ongepast door een persoonlijke lening aan de voorzitter van de COR te verstrekken. Ook had hij niet moeten besluiten tot toekenning van de salarisverhoging van de COR voorzitter in december 2015. Dit besluit roept het beeld op van willekeur en persoonlijke begunstiging.
Minister en Ministerie van Veiligheid en Justitie
De Onderzoekscommissie heeft geen concrete aanwijzingen gevonden dat de ministers of de betrokken ambtenaren vóór april 2016 op de hoogte waren van de specifieke problemen rond de financiën van de COR. De minister en het ministerie waren op basis van diverse signalen van toezichthouders geïnformeerd over de problemen in de financiële administratie van de Nationale Politie als geheel. Bij de totstandkoming van de Nationale Politie was op bestuurlijk en op politiek niveau onvoldoende oog voor financieel beheer en controle. De realisatie van de Nationale Politie kende grote politieke tijdsdruk. De inrichting van een goede administratieve organisatie en financiële controle had geen prioriteit. De Onderzoekscommissie is van mening dat hier aan de voorkant meer aandacht voor had moeten zijn bij zowel de minister en zijn departement als het parlement.
Zie hier het rapport van de Commissie COR (pdf, 6.1 MB)