Burgemeester Penn-te Strake: "Het is nu of nooit"

17 december 2018

“Het is nu of nooit”, zegt Annemarie Penn-te Strake, burgemeester van Maastricht en ambassadeur van het nieuwe actieprogramma Geweld hoort nergens thuis. Gedreven praat ze over de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

“Het is toch van de zotte dat in Nederland, waar we zoveel zo goed geregeld hebben, veel volwassenen en kinderen thuis niet veilig zijn. De kans dat iemand te maken krijgt met huiselijk geweld of kindermishandeling is groter dan de kans op welke andere vorm van geweld ook. Een paar jaar geleden ging het bij 30% van de complexe strafzaken om huiselijk geweld. In iedere schoolklas zit een mishandeld kind. Dat is onverteerbaar.”

Rijk en gemeenten binden daarom gezamenlijk de strijd aan met dit hardnekkige maatschappelijke probleem. Het actieprogramma bevat een groot aantal maatregelen om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen en duurzaam op te lossen. Het Rijk stelt daar de komende jaren tientallen miljoenen voor beschikbaar. “Het besef van urgentie bij de bewindslieden is groot”, aldus Penn-te Strake.

Huiselijk geweld

Haar betrokkenheid met en kennis van het onderwerp stamt uit Penn-te Strakes ’vorig leven’ als hoofdofficier van justitie in Maastricht en procureur-generaal bij het OM. “Vanuit die laatste functie maakte ik deel uit van de Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik, onder leiding van Eberhard van der Laan. Ondanks de inzet van de afgelopen jaren is het echter tot nu toe niet gelukt om dit probleem terug te dringen.”

De cijfers liegen er niet om. In Nederland worden jaarlijks 119.000 kinderen mishandeld en 200.000 volwassenen. 51% van de vrouwen die in Nederland jaarlijks vermoord wordt, sterft door de hand van hun (ex-)partner en jaarlijks sterven 50 kinderen als gevolg van huiselijk geweld. Penn-te Strake: “Het gaat overigens om de cijfers zoals we die nu kennen uit de diverse registraties bij instellingen als jeugdzorg. En omdat het gaat om zaken die zich achter de voordeur afspelen, kun je op je vingers natellen dat de werkelijke cijfers hoger liggen.” 

Eén systeem

Penn-te Strake: “Denk bij kindermishandeling niet alleen aan fysiek geweld, maar ook aan geen eten krijgen of blootgesteld worden aan psychische problemen van of geweld tussen ouders. In de taskforce van Van der Laan hebben we geconstateerd dat wat wij in onze eigen kolom deden niet effectief genoeg was. We concludeerden dat een programma nodig was om partijen te stimuleren en te faciliteren zodat op lokaal niveau een langdurige, multidisciplinaire aanpak van de grond zou komen. Professionals moeten ook multidisciplinair gaan trainen, rondom casuïstiek.”

Niet binnen je eigen kolom blijven, is haar devies. Ze illustreert het met een voorbeeld uit de Verenigde Staten. “In San Diego heb ik een Family Justice Center bezocht, daar lopen ze dertig jaar voor op ons. In zo’n center werken alle partners binnenshuis samen. Van medische, psychosociale zorg tot en met de politie en de rechter. Het is samen één systeem. De uitwisseling van informatie is daar geen enkel probleem. Het niet doorgeven van voor de zorg van het slachtoffer cruciale informatie is zelfs strafbaar! Als je dat vergelijkt met de krampachtige manier waarop we hier met informatiedeling omgaan, dan zijn we er nog lang niet. Het is mijn droom dat we deze problematiek ook hier vanuit één systeem gaan aanpakken.”

Dat is wat we in gemeenteland moeten doen. De opgaven waar we in de samenleving vandaag de dag voor staan zijn bijna allemaal multidimensionaal. Dat vraagt ook om een ambtelijke organisatie waarin de schotten zijn weggehaald. Gelukkig zie je dat her en der ook al wel gebeuren, maar het vraagt om een flinke cultuurverandering.”

Kwetsbaren in je gemeente

Over de rol van de burgemeester is Penn-te Strake duidelijk: “Je moet het voordoen en voorleven. Ik kan wel vanuit de veiligheidsoptiek naar kindermishandeling blijven kijken, maar dan ben ik niet effectief. In Maastricht heb ik bijvoorbeeld het project ‘Kinderen op de kaart’ opgezet. Ik wilde weten: waar zitten de kwetsbare kinderen en doen we de goede dingen met elkaar? We zijn ons onvoldoende bewust van wat er zich achter de voordeur afspeelt. Daar is nog heel veel onveiligheid en daar komen we niet zomaar achter. Dus: ga samen met je wethouders en ambtenaren om tafel. Probeer in beeld te brengen hoe in je gemeente met dit onderwerp wordt omgaan. Denk ook aan groepen als verstandelijk gehandicapten of aan wijken waar armoede speelt. Wat gebeurt er in het onderwijs, bij de sportclubs? Kennen ze de signalen, weten ze hier mee om te gaan? Maak vervolgens integrale plannen. Maar het begint bij vragen stellen. Daarom wil ik tegen alle burgemeesters zeggen: ga op zoek naar waar de kwetsbaren in je gemeente zitten. Je bent tenslotte ook burgermoeder of burgervader.”