De ambities van de strafrechtketen

17 december 2018

De organisaties in de strafrechtketen werken sinds eind 2015 samen om de prestaties van de keten te verbeteren. In het najaar van 2017 is de ambitie van het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB) vastgesteld en zijn drie opgaven benoemd. In het LOVP van 3 december is hierover gesproken. Hugo Hillenaar, directeur Directie Strafrechtketen van JenV vertelt over de opgaven en hoe het er nu mee staat.

Waar doen de organisaties uit de strafrechtketen het voor?

 “De verbeteringen in de strafrechtketen moeten zorgen voor een snellere en efficiëntere uitvoering van het strafrecht. Dit vooral om te komen tot  een betere dienstverlening aan :  slachtoffers, verdachten, burgers en bedrijven. Het gaat dus om uw inwoners. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten de professionals in die keten beter worden ondersteund, zodat zij hun werk goed kunnen doen,”  aldus Hugo Hillenaar.

De snel veranderende samenleving vraagt daarnaast ook om andere vormen van samenwerking; niet alleen binnen de strafrechtketen, maar ook met organisaties uit andere domeinen buiten de keten. Zo wil de strafrechtketen ook beter de aansluiting vinden met de burgemeesters op het gebied van multiproblematiek, het werk in de veiligheidshuizen en in de aanpak van ondermijning. “De vraag is hoe we beter gezamenlijk kunnen optrekken in ketensamenwerking op regionaal niveau. In 2019 praten we met regioburgemeesters en leden van het BKB daarover verder in een haardvuursessie.”

Drie opgaven

Het ketenberaad heeft drie opgaven vastgesteld. Dit zijn de thema’s multiproblematiek, doorlooptijden en keteninformatievoorziening. Hugo Hillenaar zet met een aantal voorbeelden kort uiteen wat deze drie opgaven behelzen.

Multiproblematiek

Achter de mensen die een strafbaar feit plegen, schuilt vaak een complexe problematiek. “Bij een groot deel van de justitiedoelgroep is dit het geval”, zegt Hugo Hillenaar. “In die gevallen hebben personen of gezinnen naast justitie, meestal ook te maken met andere instanties, bijvoorbeeld vanuit gemeenten, de zorg en hulpverlening. Daarmee staat een sanctie dus nooit op zich, maar is het vaak onderdeel van een veel groter geheel aan interventies. Hoe sluiten we dit beter op elkaar aan?” Er gebeurt al veel op dit thema buiten en ook in de strafrechtketen. Een voorbeeld is de rechtspraak, die werkt aan een meer maatschappelijk effectieve rechtspraak door nieuwe ideeën en proeven. Zoals de ‘buurtrechter’, het organiseren van themazittingen rond huiselijk geweld of de schuldenrechter. Maar het is de ambitie van het BKB om deze aansluiting te versterken”.

Doorlooptijden

Slachtoffers, verdachten en daders moeten snel duidelijkheid krijgen over de uitkomst van de strafzaak. De doorlooptijden in de strafrechtketen zijn nu vaak te lang. Hugo Hillenaar: “Dat moet dus korter! We hebben zeven zaakstromen benoemd die zeer verschillend zijn, waar we ons op gaan richten: overtredingen, hoger beroep, ondermijning, jeugd, executie, zeden en ernstige verkeersmisdrijven.” Op deze zaakstromen komen professionals bijeen om afspraken te maken over het vaststellen van normen en hoe die normen samen te bereiken. Normen die niet alleen kwantitatief zijn maar ook kwalitatief. “Het is moeilijk gebleken om doorlooptijden te verbeteren. Toch zijn er al wel enkele goede voorbeelden waar het is gelukt. Zo heeft het CJIB bij overtredingen een grote slag gemaakt door 150 mensen in te zetten waarmee telefonisch, via Whatsapp of Facebook direct contact kan worden opgenomen over betalingsregelingen, verhogingen, niet aangekomen post en schuldproblematiek. Dat helpt enorm. Het aantal gijzelingen van mensen die niet betalen is van tienduizenden teruggebracht naar een paar honderd per jaar. Het aantal mislukte executies is gedaald en daarmee zijn doorlooptijden verbeterd.”

Informatievoorziening

Een goede uitvoering van het strafrecht kan niet zonder een optimale informatievoorziening. Burgers, bedrijven en professionals moeten tijdig juiste, begrijpelijke en volledige informatie krijgen. In het regeerakkoord is geld beschikbaar gesteld voor de digitalisering van werkprocessen in de strafrechtketen. Hiermee kunnen processtukken in de gehele strafrechtketen worden gedigitaliseerd. Zo wordt er gewerkt aan het ‘papier de keten uithalen’ en het beter gebruiken van multimedia in de keten. Ook wordt de dienstverlening aan de burger verbeterd, bijvoorbeeld door de burger 24/7 inzicht te geven in de voortgang van zijn zaak, of door de burger te laten kiezen via welk communicatiemiddel het contact verloopt (face-to-face, telefonisch, papier, mail of internet).

“Want daar doen we het ten slotte allemaal voor: dat de organisaties in de strafrechtketen het beter en sneller regelen voor de burger – of dat nu een slachtoffer, verdachte of dader is”, aldus Hugo Hillenaar.