Hoofdlijnen begroting Veiligheid en Justitie 2018 op het gebied van veiligheid en politie
Het Kabinet geeft aan dat met de budgettaire intensivering die door het Kabinet in 2017 is gedaan, veilig is gesteld dat de politie kan opereren in lijn met de gestelde ambities en extra kan investeren op prioritaire thema’s als de gebiedsgebonden politiezorg, speciale interventieteams, de bestrijding van cybercrime en mensenhandel en de uitrusting van agenten. Het in 2017 ingezette beleid wordt in 2018 voortgezet en de daarvoor gereserveerde middelen op de Aanvullende post van de rijksbegroting zijn vrijgegeven en opgenomen in de begroting 2018 en de meerjarencijfers.
De Veiligheidsagenda 2015-2018 is voor deze begroting nog leidend. In 2018 worden met de betrokken partijen, zoals alle gezagsdragers en de politie, de landelijke prioriteiten voor de politie en de Veiligheidsagenda 2019-2022 vastgesteld.
De aanbevelingen uit het IBO Effectiviteit Politie worden meegenomen in de verdere ontwikkeling van een meer flexibel ingerichte politieorganisatie.
Het rapport van de commissie Evaluatie Politiewet 2012 (commissie Kuiken) wordt in het najaar van 2017 aangeboden aan de minister.
Het Kabinet wil de integrale aanpak (strafrechtelijk, bestuurlijk, fiscaal) met kracht voortzetten en waar mogelijk intensiveren als het gaat om High Impact Crimes en ondermijnende criminaliteit.
Voor de HIC aanpak is komend jaar 8 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt in een mix van bijdragen, subsidies en opdrachten beschikbaar gesteld.
Ten aanzien van de intensivering van de aanpak van ondermijning is de in 2017 door alle betrokken partijen opgestelde Toekomstagenda richtinggevend voor de aanpak. Het accent ligt daarbij op regionaal bepaalde prioriteiten, zoals de aanpak van OMG’s en vrijplaatsen. Daarnaast worden vanuit het Nationaal Dreigingsbeeld drugscriminaliteit, witwassen/vastgoed, mensenhandel en –smokkel, fraude, wapens en kinderporno aangepakt. Er wordt daarbij eveneens ingezet op het afpakken van crimineel vermogen.
Structureel is vanaf 2018 10 miljoen euro beschikbaar voor intensivering van de aanpak van ondermijning. Dit was reeds in de begroting van 2017 aangekondigd, dus het gaat niet om nieuw beleid. Dit budget is bedoeld voor:
ondersteuning in de aanpak van ondermijnende criminaliteit in Zuid Nederland
RIEC’s in staat te stellen regionale integrale ondermijningsbeelden op te stellen
noodzakelijke publiek-private samenwerking te stimuleren
meer ruimte voor het NFI en private aanbieders van forensisch onderzoek om aan de toegenomen vraag te kunnen voldoen
een impuls voor het afpakken van crimineel vermogen
versterking van de inzet op de aanpak van mensenhandel.
De ontvangsten uit afpakken zijn lager dan geraamd, er wordt 90 miljoen euro vrijgemaakt voor dit tekort. Daarnaast wordt voor 2018 30 miljoen euro geïnvesteerd in de aanpak van het afpakken van crimineel vermogen. Deze middelen staan gereserveerd op de aanvullende post. Er staat geen nadere toelichting bij deze tekst.
Er komt 2 miljoen extra vrij voor de bestrijding van mensenhandel. Dit geld gaat naar training van eerstelijns politiemedewerkers in het herkennen van signalen en er worden meer rechercheurs opgeleid tot mensenhandel rechercheur.
Fraudebestrijding blijft een aandachtspunt. Voor een effectievere bestrijding is meer informatiedeling nodig. Daartoe wordt gewerkt aan een kaderwet gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden.
De samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de nationale partners binnen het contra-terrorismenetwerk, maar ook in internationaal verband, wordt in 2018 verder versterkt.
Er gaat in totaal structureel 26 miljoen extra naar cybersecurity, gericht op het versterken van de veiligheidsketen (AIVD, MIVD, Politie en OM) en het bevorderen van informatiedeling (EZ en NCSC). Het gaat om investeringen in de digitale weerbaarheid.
Ransomware krijgt extra aandacht in 2018 in het kader van de bestrijding van cybercrime. Politie werft nieuw personeel op landelijk en regionaal niveau om capaciteit te versterken.
In het kader van terrorismebestrijding wordt extra geïnvesteerd in landelijke beschikbaarheid en acute inzetbaarheid van de Dienst Speciale Interventies, oplopend naar 22 miljoen structureel in 2019 (voortzetting eerder beleid).
In 2018 wordt de Richtlijn passagiersgegevens voor het voorkomen, opsporen en vervolgen van terroristische misdrijven geïmplementeerd. Daartoe gaat oplopend tot 22 miljoen euro structureel in 2020 naar de benodigde Passengers Information Unit
De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt structureel oplopend in 2019 tot 7 miljoen euro (2018 5 miljoen) meer voor nieuw taken als gevolg van de invoering van de AVG en de richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging (dit laatste gebeurt via wijziging van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens)
In het kader van asiel en migratie is een effectieve grenscontrole van belang. Vanaf 2018 wordt oplopend tot 2019 tot 43 miljoen structureel geïnvesteerd in capaciteit daartoe bij de KMAR. Hiertoe gaat budget over van V&J naar defensie.
In het kader van een intensivering in de bescherming van slachtoffers (als gevolg van de EU richtlijn minimumnormen slachtoffers) wordt 7,8 miljoen structureel extra geïnvesteerd. 6,8 miljoen euro daarvan gaat naar de politie voor haar taakverzwaring op dit vlak. De rest gaat naar OM en Slachtofferhulp Nederland. Daarmee wordt bij ieder slachtoffer (individuele beoordeling) bij het moment van melden gekeken naar kwetsbaarheid voor herhaald slachtofferschap en indien nodig extra beschermende maatregelen getroffen.
In 2018 wordt ingezet op een nauwere samenwerking tussen zorg en veiligheid. Verwezen wordt daarbij naar de reeds in 2017 afgesloten city deal ‘Zorg voor veiligheid in de stad’.
De oprichting van een nationaal ondersteuningsprogramma om kindermishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan, wordt voorbereid in 2018.
Het ministerie onderzoekt een andere positionering van de sanctie-uitvoering. Door een aantal ontwikkelingen is deze onder druk komen te staan (fluctuaties in het aantal delinquenten, vraag naar verschillende types sancties, toegenomen complexiteit in de problematiek en de aansluiting met andere instanties zoals lokaal bestuur en zorgsector).
