'Aanpak ondermijning is ook een zaak van de burgemeester'

In Nederland is in de afgelopen dertig jaar een criminele parallelle schaduwwereld ontstaan die de normale verhoudingen in de samenleving ondermijnt en zaagt aan de poten van de rechtsstaat. Naast investeren in de strafrechtketen is een brede maatschappelijke strategie nodig, zegt Pieter Tops, hoogleraar Bestuurskunde in Tilburg. Daarin heeft ook de burgemeester een duidelijke rol.

“Nee, het is niet typisch Tilburgs”, zegt hoogleraar Bestuurskunde Pieter Tops beslist, als hij gevraagd wordt naar een nadere lokalisering van de parallelle schaduwwereld die hij samen met Volkskrant-journalist Jan Tromp beschreef in het vorig jaar verschenen boek De Achterkant van Nederland. “Als ik mensen in dit verband hoor spreken over ‘Tilburgse toestanden’ dan wil ik duidelijk stellen dat dit veel te eenzijdig is; het probleem is veel breder. Na een uitgebreide zoektocht, die onder andere leidde tot het genoemde boek, wist Tops: “Dit is zo’n groot maatschappelijk probleem. De verstrengeling tussen boven- en onderwereld is zó sterk dat het de fundamenten van de rechtsstaat aantast en de veiligheid en integriteit van de samenleving ondermijnt. De drugscriminaliteit heeft zich sluipenderwijs sociaal en economisch in de Nederlandse samenleving verankerd. Hier zijn geen simpele oplossingen voor. Hier heb je naast de strafrechtelijke aanpak een brede maatschappelijke strategie nodig.”

Koos Koets

Over hoe het zover heeft kunnen komen, heeft Tops wel ideeën. “Vanaf de jaren zeventig, tachtig is er in Nederland een heel ontvankelijk klimaat geweest voor drugs en drugsgebruik”, zet hij uiteen. “Als je kijkt naar hennep: dat is lange tijd geassocieerd geweest met bevrijding; dan denk je bijvoorbeeld aan Koos Koets, ‘Jemig de pemig!’ Dat zijn de beelden en kreten die we in ons hoofd hebben. Tegelijkertijd is daarachter, ook door het gedoogbeleid, een grote criminele productie- en handelskant ontstaan die enorm uit de hand is gelopen. Nederland heeft  een internationale reputatie opgebouwd als kwaliteitsproducent van synthetische drugs zoals xtc. Verschillende omstandigheden lagen hieraan ten grondslag. Zo is de infrastructuur van de Zuid-Nederlandse smokkelcultuur en illegale alcoholstokerijen gaandeweg omgevormd tot productieapparaat van die synthetische drugs. Maar niet alleen het zuiden van het land heeft aan die ontwikkeling bijgedragen. Voeg ook de grensligging van ons land hier aan toe, onze handelsgeest, de logistiek waar we als land goed in zijn.”

“Laten we ook niet vergeten dat de overheid zich de afgelopen jaren heeft teruggetrokken. Het leerstuk van de zelfredzaamheid van burgers is centraal komen te staan. Dat vacuum is op sommige plekken door anderen ingevuld, bijvoorbeeld door criminelen. Die hebben op een geheel eigen manier het eigen initiatief en de ‘eigen kracht’ van burgers weten te versterken”.

Criminaliteit dicht bij scholen

Een van de belangrijkste bevindingen van Jan Tromp en mij was de enorme omvang van de illegale drugswereld en de aantrekkingskracht die daarvan op veel mensen uitgaat. Er is op een makkelijke manier veel geld te verdienen. Voorbeelden te over. Denk aan de hoteleigenaar die voor een feestavondje zo twintigduizend kan krijgen als er maar wel cash afgerekend kan worden. Neem boeren die dreigen failliet te gaan, of bewoners van wat we krachtwijken zijn gaan noemen, mensen die in de marge leven of dreigen te raken. Voor hen is die alternatieve wereld aantrekkelijk en vaak heel dichtbij. Als ik op scholen kom, hoor ik van de scholieren hoe dicht de criminaliteit op de scholen zit. Wanneer een scholier een nieuwe iPhone wil hebben kan hij natuurlijk gaan vakkenvullen. Maar hij kan het tienvoudige verdienen op een alternatieve manier! En dan krijg hij die iPhone er gratis bij. Veel mensen weten ervan, maar scholieren hebben er geen belang bij om dit te vertellen en schoolbesturen zijn bang voor hun reputatie.”

Maatschappelijke strategie

Hoe breed het probleem van de ondermijning ook is, pessimistisch is Tops niet: “De spin-off van het boek was enorm in het land. Op veel plekken wordt het onderwerp besproken. In het begin was wel de vraag: waar blijft de reactie van Den Haag? We zeiden tegen elkaar: Brabant is ontwaakt, Nederland is wakker aan het worden, maar Den Haag slaapt nog. Als ik dan lees dat de vorige minister van Justitie een miljoen extra wilde uittrekken, dan zeg ik: dat is een druppel op een gloeiende plaat. Gelukkig is er in de verkiezingscampagne wel aandacht voor dit onderwerp geweest.”  Tops heeft goede hoop dat die aandacht in de formatie leidt tot concrete resultaten. Daar heeft hij ook wel wat adviezen voor. Tops: “ik ben groot voorstander van het ondermijningsfonds, hoe dat verder ook vormgegeven wordt. Dan zou ik ten eerste investeren in de capaciteit en kwaliteit van het Openbaar Ministerie, de politie en de rechtbank. Het strafrecht is de morele markering van fout gedrag. Dat loopt nu te vaak vast. Er moet geïnvesteerd worden in de strafrechtketen.” Moet er niet extra geïnvesteerd worden in gemeenten? “Jawel”, zegt Tops, het belang van de maatschappelijke strategie benadrukkend, naast de strafrechtelijke aanpak. “De opkomst van dit probleem heeft met maatschappelijke vraagstukken te maken, die kun je niet alleen repressief oplossen. Maatschappelijke coalities zijn hard nodig met branches, met het mkb en groepen burgers. In dat verband mis ik in deze discussie de inbreng van de minister-president, terwijl dit probleem ‘Chefsache’ is. Hij moet laten zien dat dit hem aan het hart gaat en dat de aanpak de verantwoordelijkheid van het ministerie van Veiligheid en Justitie overstijgt. Als hij zich uitspreekt, heeft dat een groot maatschappelijk effect. We willen toch het moreel besef en appèl versterken. We willen de mensen verleiden om mee te doen aan de samenleving met zijn ‘normale’ sociale verhoudingen. Daarom moet er ook stevig worden geïnvesteerd in wat ik nieuw sociaal beleid noem, in een meervoudige aanpak die zowel streng als stimulerend is. Ik ben gecharmeerd van het Italiaanse model, waarin wat van criminelen wordt afgepakt, zoals huizen, weer wordt teruggegeven aan de samenleving. Daar win je op zichzelf de strijd niet mee, maar het is wezenlijk om te laten zien dat je er wat aan doet.”

Zaak voor de burgemeester

Over de rol van de burgemeester is Tops zonneklaar: “Juist omdat we het hier niet alleen hebben over een justitieel maar over een sociaal probleem en een moreel vraagstuk, is de rol van de burgemeester van groot belang. Gelukkig is het besef ook bij hen toegenomen. Een paar jaar geleden hoorde ik burgemeesters nog wel eens zeggen: ondermijning, dat komt misschien in Brabant voor, maar niet bij ons. Maar die geluiden hoor ik niet meer. Het besef dat dit een vraagstuk is waarin de kwaliteit en het fatsoen van onze lokale samenleving op het spel staat is duidelijk gegroeid. En daarom is dit een zaak voor de burgemeester en het lokaal bestuur. Ik zie de burgemeester niet als crime-fighter, dat vind ik een raar begrip. Hij is burgervader of -moeder, maar die tellen pas mee als ze niet alleen aardig maar ook streng kunnen zijn wanneer nodig. Een burgemeester gaat natuurlijk geen boeven arresteren of infiltratieteams inzetten. Dat is de taak van de politie en het OM. Maar een burgemeester kan best meepraten over het inzetten van hun capaciteit. Dat is al heel wat. Er ontstaat hierdoor een andere verhouding tussen politie, Openbaar Ministerie en het openbaar bestuur. Dat is voor alle partijen even wennen. Het gaat om succesvol opereren waarbij je de afhankelijkheid van andere partijen moet accepteren en waarin je bereid moet zijn om zaken vertrouwelijk met elkaar te delen. Het is in dit verband ook van belang om het begrip ondermijning duidelijk als zodanig te blijven benoemen. Als je het ‘de bestrijding van georganiseerde criminaliteit’ gaat noemen, dan zegt men al snel: dat is de taak van justitie en politie. Maar als je zegt dat het gaat om de ondermijning van normale verhoudingen in de samenleving, dan wordt het een kwestie van ons allemaal. Daarmee is het begrip ook uitnodigender voor een bredere groep in de samenleving om zich af te vragen of er voor hen een taak is weggelegd. Want die taak is er.”

Bijlagen:

‘150 miljoen nodig voor gemeentelijke aanpak ondermijning'; Gemeente.nu d.d. 8 maart 2017

Toekomstagenda Ondermijning (pdf, 351 kB)