Geen Stopformulier. Wat dan wel?

Etnisch profileren is een serieus probleem dat aandacht verdient. Daar zijn de politieke partijen in de Tweede Kamer het over eens, zo bleek tijdens het Algemeen Overleg Politie van 5 oktober jl. Hoewel er geen meerderheid is voor stopformulieren, vraagt men wel om maatregelen om onterechte staandehoudingen tegen te gaan. Maar hoe doe je dat?

De Kracht van het Verschil

Het landelijke programma van de politie ‘De Kracht van het Verschil’ gaat de strijd tegen discriminatie aan en zet zich in voor een inclusieve politiecultuur met meer diversiteit in de teams. De politie werkt momenteel aan:

Het vereenvoudigen van het opvragen van antecedenten van personen en voertuigen. Zo kunnen agenten bijvoorbeeld via hun telefoon controleren hoe vaak een persoon al is staande gehouden en wat dit heeft opgeleverd. Als een agent ziet dat een persoon verscheidene malen is staande gehouden zonder resultaat, zal de agent een betere afweging maken, is de gedachte. Een inventarisatie van de mogelijkheden levert de politie naar verwachting nog voor het nieuwe jaar op. Dan wordt duidelijk of deze techniek inderdaad gebruikt gaat worden. Een trainingsmodule om het gesprek aan te gaan in de eenheden. Hierin komen thema’s aan bod zoals de impact van onterechte staandehoudingen op burgers, vooroordelen en professionaliteit. Een applicatie om klachten te melden. Via deze app kunnen burgers melding doen van een in hun ogen onterechte staandehouding. Ook is er informatie te vinden over de rechten van burgers in relatie tot de politie. De belangengroep Ctl-Alt-Delete ontwikkelt overigens een soortgelijke app, maar dit zal geen officieel politiemeldpunt zijn. Er wordt een handelingskader vastgesteld, dat meer duidelijkheid moet geven over hoe professioneel profileren er uitziet: wat mag wel en wat mag niet? Andere ‘Best Practices’

Naast de maatregelen in het landelijke programma zijn er binnen individuele eenheden ook initiatieven gestart.

Het recente onderzoek ‘Boeven Vangen’ geeft aan, dat politieagenten zich veelal weinig bewust zijn van de impact van een staandehouding. Het is voor burgers belangrijk dat zij geen onprettig gevoel aan het contact met de politie overhouden. In de methodiek ‘I explain’ in Amsterdam wordt hier op ingezet, door de burger te vertellen waarom de politie hem/haar staande houdt. Het inzetten op de relatie met de stad. Hiervoor worden op verscheidene plekken in het land diversiteitsnetwerken binnen de politie ingezet. De netwerken zijn present door bijvoorbeeld manifestaties van de verschillende doelgroepen bij te wonen, of door het organiseren van bijeenkomsten. Deze aanpak helpt om het vertrouwen in de politie te versterken. De regio Midden-Nederland werkt met de methodiek ‘Bondgenoten’. Het is een methode om te investeren in lokale netwerken - dit kan op straat-, wijk- of stadsniveau. Een groep bondgenoten bestaat uit maximaal tien man: twee professionals, één van de politie en één van de gemeente en acht burgers die in de haarvaten van hun gemeenschap zitten. Zij dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid en hebben een gemeenschappelijk doel: de wijk of stad zo veilig mogelijk maken. Deze methode verstevigt de informatiepositie en het vertrouwen in de politie. Ambassadeurs in de basisteams. Als pilot zijn er in drie van de veertien Amsterdamse basisteams ambassadeurs opgeleid – zo’n zes tot acht per team. Zij hebben een actieve rol in de teams om collega’s te bevragen op hun handelen en reflectie in te bouwen in de hectiek van alledag. Ook begeleiden en coachen zij collega’s. Er worden momenteel ambassadeurs opgeleid voor alle basisteams binnen de eenheid.