Aanpak problematische jeugdgroepen beproefd en verbeterd

In ruim twintig proeftuinen werken gemeenten met politie en Openbaar Ministerie samen aan de doorontwikkeling van de integrale aanpak van problematische jeugdgroepen en groepsgedrag. Het einde van het jaar is een mooi moment voor zowel een terugblik als een vooruitblik.

Beproeven: integrale informatie

Het beeld van een jeugdgroep werd voorheen opgemaakt door de politie aan de hand van de shortlist en aangeleverd aan gemeenten. Met deze shortlist gaf de politie halfjaarlijks haar beeld over jeugdgroepen in de wijk.

In 2015 zijn politie, gemeente en OM gaan werken aan een gezamenlijk informatiebeeld dat nodig is om te komen tot een integrale aanpak van de jeugdgroepen. Om dit integrale beeld te kunnen leveren is een verbeterslag op het werkproces nodig. Aangezien het om een integrale ontwikkeling gaat en de verbeterslag betrekking heeft op de werkprocessen van de verschillende organisaties, is gekozen voor de vorm van proeftuinen. Door zaken te beproeven in proeftuinen komen we er praktisch achter wat hiervoor nodig is bij de gemeente, politie en OM.

Verbeteren: werkproces

De proeftuinen hebben inmiddels geleid tot een verbeterslag op het werkproces. Als er voldoende signalen zijn over een groep of groepsgedrag, verzoekt de gemeentelijke regisseur alle betrokken partners informatie op de groep te verzamelen. Het deel dat de politie hiertoe aanlevert verkrijgt zij door een nieuw ontwikkeld instrument, de groepsscan. Met de groepsscan komt niet alleen de 'zachte' informatie van de wijkagent in beeld, maar ook de 'harde' informatie uit de (landelijke) politiesystemen. Die groepsscan-politie kan op gemotiveerd verzoek van de gemeentelijke regisseur te allen tijde worden uitgevoerd, in plaats van twee keer per jaar zoals voorheen bij de shortlist.

Naast het informatiedeel van de politie wordt ook informatie vanuit de gemeente zelf verzameld. Vrijwel altijd wordt ook informatie vanuit Jongerenwerk meegenomen. Ook het OM onderzoekt momenteel welke bijdrage zij al in de fase van de integrale beeldvorming kan leveren, zowel op inhoud als op inzet.

Onder leiding van de gemeentelijke regisseur leggen de partners alle puzzelstukken op tafel en bepalen gezamenlijk het beeld over het problematische gedrag op de groep. Aan de hand van dit integrale beeld wordt een plan van aanpak opgesteld. Het integrale beeld en het concept Plan van aanpak worden tezamen aan de driehoek (of een daartoe gemandateerd bestuurlijk overleg) voorgelegd.

Een van de uitdagingen uitgelicht: informatiedelen

Het doel is om werkende weg de lokale aanpak van problematisch en crimineel jeugdgedrag te verbeteren en sterker te maken dan deze al is. In de proeftuinen blijkt dat de samenwerking veelal in goede harmonie verloopt en dat er stappen vooruit worden gezet. Uit de proeftuinen komt naar voren dat de gemeentelijke regisseur en haar partners behoefte hebben aan ondersteuning bij de inrichting van de informatie-uitwisseling. Daarnaast blijkt behoefte om het werkproces meer privacy-proof te maken. Bijvoorbeeld de Wet Politiegegevens (Wpg) en de Gemeentewet werken met ‘open begrippen'. De handhaving van de openbare orde' is zo'n kernbegrip dat ook centraal staat in de aanpak jeugdgroepen. Als niet duidelijk is wat de reikwijdte van zo'n begrip is, ontstaat handelingsverlegenheid. Voorbeelden hiervan zijn:

In proeftuin A weigert een wijkagent verder mee te werken aan de verbeterslag. In het nieuws heeft de landelijke korpschef gezegd dat hij iedere agent persoonlijk verantwoordelijk stelt voor het onrechtmatig doorgeven van informatie. De wijkagent zegt niet zeker te weten of de informatiedeling juridisch gedekt is.

In proeftuin B haalt de directeur van het jongerenwerk zijn mensen terug, omdat het de vertrouwensband met de jongeren zou schaden als er vroegtijdig informatie gedeeld wordt in een overleg waar ook de politie aan tafel zit. De gemeentelijk regisseur probeert dit op te lossen door zelf het gesprek met de jongerenwerkers aan te gaan en vervolgens zelf het gesprek met de politie te hebben.

In proeftuin C wordt een nieuw convenant opgesteld om de verbeterslag meteen goed te verankeren. De gemeentelijk regisseur geeft aan niet uit de voeten te kunnen met de veelheid aan open begrippen (zorg, groepsgedrag, overlast, handhaving).

In proeftuin D wordt de directeur van het jongerenwerk ‘op het matje' geroepen als hij aangeeft moeite te hebben met de informatiedeling in een vroeg stadium. De burgemeester geeft hem aan dat de burgemeester vanuit de aanbestedingspositie kan bepalen wat wel en niet aan informatie wordt uitgewisseld.

Door onder meer de onduidelijkheid in wet- en regelgeving lijkt de burgemeester steeds eerder en sneller ‘in stelling gebracht' te worden om bijvoorbeeld een niet-willende partij aan tafel te krijgen. De mogelijkheden die er zijn voorafgaand aan deze ‘escalatie', lijken niet in beeld.

Hoe nu verder?

De proeftuingemeenten zijn hard op weg met het verbeteren van het integrale proces. De bedoeling was dat er eind 2015 een voor alle partijen bruikbare groepsscan en werkproces was ontwikkeld, voorzien van praktische handvatten voor alle gemeenten, dat vervolgens ter akkoord zou worden voorgelegd aan het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie. Het landelijk project proeftuinen wordt echter verlengd tot medio april 2016. Belangrijkste redenen zijn de behoefte om het werkproces meer privacy-proof te maken en de behoefte aan een handreiking die de gemeentelijk regisseur en de partners aan tafel helpt bij de inrichting van de informatie-uitwisseling. Een andere reden is dat het Openbaar Ministerie aangeeft meer tijd nodig te hebben om haar rol in het proces en de impact op de organisatie goed in beeld te krijgen en daar vervolgens besluitvorming op te organiseren. Een laatste, maar zeker niet onbelangrijk punt, is dat de voorbereiding op landelijke implementatie groepsscan-politie en verbreding verbeterslag naar alle gemeenten in Nederland meer tijd en afstemming vraagt.

De politie start al wel per 1 januari met de gefaseerde interne implementatie van het instrument groepsscan. De implementatie houdt in dat het instrument technisch ingebouwd wordt in het lokale ICT-systeem en daarnaast wordt personeel opgeleid.

Naar verwachting zullen in maart 2016 de resultaten uit de proeftuinen voorgelegd worden aan het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie. De aanbieding van het werkproces als handreiking voor de integrale aanpak vindt medio april plaats in een afgestemd aanbod door Bureau Regioburgemeesters, politie en OM samen.